Het is niet wat ik wil, maar toch gebeurt het

niet wat ik wil, maar het gebeurt toch

We komen steeds in onenigheid terecht, zegt ze. Hij beaamt het: Het is niet wat ik wil…. maar toch gebeurt het. 

Pien zegt: Zullen we het eens uitpluizen door het op tafel neer te zetten?. Ja, laten we dat doen. Oké, zeg ik, neem dan eens die situatie van gisteren, waar jullie het net over hadden als voorbeeld in gedachten. Dan ontrafelen we wat daar precies gebeurde met jullie, in jezelf, waardoor jullie in het gedoe terecht kwamen.

Ze zetten allebei poppetjes neer voor zichzelf en de ander, op een manier die weergeeft hoe ze de situatie ervaren hebben. Meteen worden er verschillen duidelijk. In de afstand tot elkaar, in de kijkrichting, in de grootte van de poppetjes ten opzichte van elkaar…. 

Ik vraag: Hoe begon het? Wat werd er precies gezegd? En wat gebeurde er in jou als reactie daarop? 

Hij (tegen haar): jij zei: de volgende keer moeten we dat niet meer zo strak inplannen. Wat er in mij gebeurde is een gevoel van: ik heb het niet goed gedaan, ik krijg op mijn kop. En mijn reactie is dan dat ik me ga verdedigen. 

Zij: maar zo bedoelde ik het helemaal niet. Ik gaf gewoon aan dat ik dit niet meer zo wil. 

Pien vraagt aan haar: wat gebeurt er dan met je? word je groter? word je kleiner? haak je af? ga je de strijd aan? Zij: ik denk dat ik eerst heel klein word en daarna maak ik me groot. 

Ik vraag aan hem: wat gebeurt er bij jou? Hij: ik wordt heel klein. Ik ga me verdedigen. En ik trek me terug in mezelf. 

Pien zegt: zet het maar neer op tafel. Er komen een paar poppetjes bij op tafel, kleine en grote. Hij zet een heel klein poppetje naast de grote die er al stond.

Dan komen er plots tranen, bij hem.

Het wordt stil. Na een tijdje vraag vraag ik hem of hij weet wat er zo geraakt wordt in hem. Ken je dat misschien ergens van? Raakt het aan iets anders uit jouw geschiedenis? Hij zoekt en probeert een antwoord te vinden, wat niet meteen lukt. 

Als Pien het even later nog eens vraagt komt het inzicht: hij vertelt over zijn gezin van herkomst, waar hij de kleine was, die op moest boksen tegen ‘de rest’, en die het voor zijn gevoel niet snel goed kon doen. En dan op zijn kop kreeg.

Pien: het zou best eens zo kunnen zijn dat, als zij iets kritisch zegt tegen jou, jij in een split second terug daar en toen bent, met het bijbehorende gevoel. En weet je wat het is? Toen en daar had je geen keus. Het was jouw manier om overeind te blijven in die situatie.

Ik zeg: dus wat heb je dat toen goed gedaan. Hij kijkt verbaasd, dus ik herhaal: wat heb je dat goed gedaan.

En na een korte pauze zegt Pien: wat heeft die kleine (ze wijst naar het piepkleine poppetje) daar nodig? Zou je, vanuit je volwassen zelf die je nu bent, dat alsnog aan hem kunnen geven? En wat zou je dan tegen die kleine jongen willen zeggen? Hij: ik weet het niet…

Ik: probeer eens: wat heb je dat goed gedaan. Hij probeert het. Het voelt onwennig.

Zij knikt, kijkt mild, bemoedigend. Richt dan haar blik naar binnen en zegt innerlijk ook tegen dat kleine meisje in haar: Dat heb je goed gedaan.

Nu zijn er even geen woorden.

We ronden de sessie af. We laten het er even bij. Dingen hebben tijd nodig om te landen.

Meer uit je relatie halen

Samen onderzoeken wat er gebeurt in de chemie tussen jullie tweeën, waar twee mensen elkaar ontmoeten. Patronen worden inzichtelijk en een nieuw perspectief ontstaat. Van daaruit kun je het op een andere, nieuwe, manier met elkaar aangaan. 

Hoe kunnen wij jullie helpen?

We schrijven regelmatig nieuwe blogs. Wil je ze als eerste lezen? Dit zijn de opties...

volg ons op Facebook abonneer op onze nieuwsbrief volg ons op LinkedIn